748 Stichtten Benedictijnse monniken van klooster St. Emmeram (Regensburg) in het huidige district Chammünster een Cella (monastieke nederzetting), die als zogenaamde oerparochie met het latere Marienmünster vertekpunt van het bovenste Beierse Woud en midden Bohemer Woud was. 976 Werd Cham als “CIVITAS CAMMA” voor het eerst vernoemd als stad, die toen op de bergkam boven het dorp Altenstadt lag. Op de galgenberg stond ooit een koninklijke burcht die voor de handelsroute naar Bohemen zorgde. Anno 1000 had Cham een eigen munt: de zogenaamde Chamse Denar. De naam Cham is van Keltische oorsprong (Kambos) en betekent curve of bocht. In de omgeving van Altenstadt stroomt de kronkelende Chamber rivier in de Regen en werd waarschijnlijk alzo naamgever voor deze eerste nederzetting. Er wordt ook geoppert dat de naam Cham ook van “kam” kan afgeleid zijn omdat het stadswapen ook een kam bevat.